Briefadres

Heeft u geen woonadres? Bijvoorbeeld omdat u tijdelijk in het buitenland verblijft of omdat u in een zorginstelling of gevangenis verblijft? Dan kunt u een briefadres aanvragen bij de gemeente. Dat doet u persoonlijk in het gemeentehuis. Daarvoor maakt u telefonisch een afspraak via ons KlantContactCentrum.

Goed om te weten

  • U kunt een briefadres kiezen in heel Nederland. Het kan bijvoorbeeld het adres van een familielid, vriend of kennis zijn. 
  • De bewoner van uw briefadres moet schriftelijk toestemming geven.
  • De bewoner van uw briefadres moet ervoor zorgen dat u uw post krijgt.
  • Uw briefadres moet een officieel adres zijn uit de Basisregistratie Personen (BRP).
  • U kunt alleen een briefadres aanvragen als u geen woonadres heeft. Redenen voor het ontbreken van een woonadres kunnen zijn: 
    • Dak- of thuisloosheid.
    • Korte overbrugging tussen twee woonadressen (minder dan 6 maanden), als u niet daadwerkelijk woont op enig adres. Ook als sprake is van een hele korte periode van inwoning bij iemand anders moet u ingeschreven worden op dat woonadres en niet op een briefadres.
    • De uitoefening van een ambulant beroep (bijvoorbeeld binnenvaartschipper, kermismedewerker).
    • Kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste 8 maanden.
    • Korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft.
    • Verblijf in een instelling.
  • U kunt maximaal 6 maanden ingeschreven staan op een briefadres. De gemeente controleert regelmatig of u nog geen woonadres heeft.

Antwoord van de gemeente

De gemeente onderzoekt of u inderdaad geen woonadres hebt. Als de gemeente uw aanvraag goedkeurt, schrijft zij u in op het briefadres. U krijgt hierover een brief van de gemeente.

Juiste aangifte

Het doorgeven van een verhuizing met onjuiste gegevens kan gezien worden als een overtreding van de verplichting tot het doen van aangifte zoals bedoeld in de Wet basisregistratie personen (Wet BRP). Deze overtreding kan beboet worden met een bestuurlijke boete van maximaal € 325 (artikel 4.17 Wet basisregistratie personen).

Meenemen